Een op inschrijfpraktijk gerichte samenvatting van het Nationaal Plan MVI. Lees over de toekomst van jouw branche volgens het idee van de overheid.
Bouw, energie, transport, afvalverwerking, veiligheid, gezondheid en onderwijs.
Als jij een gedeelte van jouw bedrijfsvoering in een van bovenstaande markten uitvoert, zul je herkennen dat het Rijk daar een toonaangevende rol speelt. Het Rijk heeft een totale inkoopkracht van €73 miljard. Het doel wat het kabinet nastreeft met het Nationaal Plan MVI is het beter benutten van deze inkoopkracht voor het bevorderen van zaken binnen drie hoofdlijnen:
- Snelheid van duurzame transities.
- Inschakeling van kwetsbare groepen.
- Stimulatie van innovatie
Een combinatie van ministeries (Infrastructuur en Waterstaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Economische Zaken en Klimaat, Buitenlandse Zaken en Sociale Zaken en Werkgelegenheid) werkten bij het vormgeven van het eerdere Plan van Aanpak MVI 2015-2020 samen aan de grondlegging van een grotere focus op het MVI. In 2020 heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zich bij deze groep gevoegd. Daarnaast is er een groep van 170 organisaties ontstaan die zich hebben verbonden aan het Manifest MVI. Met het Nationaal Plan MVI 2021-2025 doet de regering een poging om MVI nog een extra impuls te geven, voortbouwend op het vorige plan.
De lijst organisaties die deelnemen aan het Manifest MVI is hier te vinden.
Aansluitende initiatieven
Ondanks dat er binnen Europa een reeks aan initiatieven zoals de Europese Green Deal, het Europese Circular Economy Action Plan en wereldwijd de Sustainable Development Goals al langere tijd de koers proberen te zetten. Is het tij vooralsnog niet genoeg gekeerd. Binnen de EU hebben 23 lidstaten een actueel actieplan dat soortgelijk is aan het Nationaal plan MVI, dat in praktijk en beleid binnen Nederland de toon aangeeft.
Doel van MVI
Het doel van MVI is om de inkoopkracht van alle overheden (en andere inkopende partijen) zoveel mogelijk in te zetten voor het realiseren van onze maatschappelijke doelen. Door maatschappelijk verantwoorde producten in te kopen creëert de overheid marktvraag naar duurzame, sociale en innovatieve producten, werken en diensten. Hiermee wordt een impuls gegeven aan marktpartijen om te innoveren en hun aanbod te verduurzamen. Een groot gedeelte van de nationale maatschappelijke doelen zijn afgeleid uit eerder genoemde internationale afspraken.
Juridische Kader
MVI heeft in zijn geheel geen wettelijke afdwingbare basis. Onderdelen van MVI die dit wel hebben en waar de bedrijfsomgeving al jaren mee in aanraking komt, zijn de Aanbestedingswet 2012, en de Participatiewet, die al enige tijd gelden als belangrijke juridische kaders.
Binnenkort zal hierin uitgebouwd worden met de toevoeging van de Omgevingswet 2022, die 1 oktober 2022 of 1 januari 2023 zijn intrede doet (beslist in de loop van februari en maart 2022), waar deze eerder gepland stond voor juli 2022. Het doel van deze wet is het samenvoegen en vereenvoudigen binnen de regels omtrent ruimtelijke ontwikkeling en zo het starten van bouwprojecten te vergemakkelijken.
De Omgevingswet bundelt en moderniseert onder meer de wet- en regelgeving over bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. Zo gaan we van 26 verschillende wetten naar 1 wet, van 60 Algemene Maatregelen van Bestuur naar 4 en van 75 ministeriële regelingen naar 1 omgevingsregeling. Een nieuwe website van het omgevingsloket zal daarbij een vervanging vormen voor Het Omgevingsloket Online (OLO), Activiteitenbesluit Internet Module (AIM) en Ruimtelijkeplannen.nl.
Stand van Zaken 2020
Sinds 2015 (Het eerste Plan van Aanpak MVI), heeft MVI intrede gedaan in algemene bewustwording van inkopers, daarbij hebben we kunnen zien dat het gebruik van MVI gerelateerde gunningscriteria is toegenomen, van 39% naar 49% binnen inkooptrajecten. Binnen de fase van marktconsultatie is dit zelfs gestegen van 18% naar 46%. Daarnaast zijn organisaties beter ingericht op de toepassing van MVI (van 28% naar 54%) binnen de aangegeven maatstaven.
Social return (71%), milieucriteria (67%) en internationale sociale waarden (51%) werden bovendien vaker meegenomen in gunningscriteria.
Uit onderzoek blijkt dat 90% van de markt een positief beeld heeft van MVI. Echter ziet slechts 34-48% van deze bedrijven ook daadwerkelijk positieve gevolgen van het huidige beleid met betrekking tot het MVI en bewustwording, innovatieve stimulatie, en ambitie.
Huidige status
Resultaten die overlegd kunnen worden verbonden aan het Nationale Plan van Aanpak MVI (2015-2020) zijn:
~ Effectrapportage van RIVM over de overheidsaanbestedingen laat zien dat de onderzochte inkopen samen naar schatting tot minstens 4,9 Mton uitstoot van broeikasgassen vermeden, voornamelijk met aankopen van zonnepanelen en windturbines.
~ Door biobased inkopen is het gebruik van 13.000 ton olie-equivalenten vermeden.
~ Ondersteuning is vooruitstrevend en uitgebreid.
~ Centraal loket MVI bij PIANOo succesvol uitgebouwd.
~ Het Manifest MVI(2015-2020) kent ruim 170 ondertekenaars.
~ MVI-criteria tool, dat inkopers helpt om snel tot goede inkoopcriteria te komen voor 46 relevante productcategorieën, maandelijks 2.000 keer bezocht.
~ Het leernetwerk trekt 500 bezoeker per maand.
~ Goed lopende inkoopacademies voor circulair inkopen en ISV.
~ Zelfevaluatietool.
~ Webtool ISO 20400 biedt handvatten voor MVI implementatie.
Waar het beter moet
MVI heeft, wat betreft de overheid, nog niet het gewenste grootschalige effect op de markt. Innovatieve en duurzame marktpartijen kunnen hun producten en diensten nog onvoldoende kwijt om een marktaandeel van voldoende omvang te bereiken, terwijl andere marktpartijen nog te weinig worden gestimuleerd om genoeg te verduurzamen.
“
RIVM en PBL concluderen in de CE Monitor dat, als alle overheden alle berekende maatregelen volledig zouden hebben toegepast in 2017 en 2018, jaarlijks alleen al voor wegen en kantoormeubilair 654 kton CO2-uitstoot en 12 Mton materiaal zou zijn bespaard. In de praktijk is hiervan slechts 2,5 - 4% gerealiseerd.
”
In een omgeving waar budgethouders en opdrachtgevers nog vaak de beslissing maken, is de prijs leidend bij driekwart van de verkopen (CE Delft). Waar wel om MVI wordt gevraagd weegt dit te weinig mee in inkoopprocessen om daadwerkelijk invloed te hebben op de uitkomst. Daarnaast wordt MVI momenteel nog vaak gezien als een factor die extra kosten en complexiteit meebrengt, dit zorgt voor extra onzekerheid in de uitvoering.
Aansluitend wordt het huidige contractmanagement aangegeven als een onderbelichte oorzaak. In veel inkopende organisaties is hier weinig aandacht voor, waardoor afspraken lang niet altijd juist in contracten belanden en dus ook niet worden gecontroleerd op naleving. In de evaluatie geeft slechts 13% van de organisaties aan MVI in meer dan de helft van de gevallen mee te nemen bij contractmanagement.
Visie op het vervolg
Verdere doorvoering van het Manifest MVI binnen gemeenten en overheidsgebonden organisaties is het streven. In het geval dat de organisatie waar jij mee te maken hebt hieraan deelneemt zal deze een situatie-specifiek openbaar actieplan hebben opgesteld waarin is vastgelegd wat de maatschappelijke ambities zijn en wat het plan is om dit te verwezenlijken. Dit zullen deze organisaties via de zelfevaluatietool bijhouden.
Tevens zal er de komende tijd extra ingezet worden op het activeren van partijen, kennisopbouw, het bieden van ondersteunende instrumenten en het monitoren van de voortgang van de implementatie van MVI binnen de overheid.
Zoals inmiddels duidelijk, is de ambitie aanwezig. Er moet echter nog veel gebeuren. Vier onderwerpen moeten nu de interne hoofdlijn gaan voeren voor MVI in inkopende organisaties.
A. Brede borging van MVI in de organisatie
Meer verantwoordelijkheid voor toepassing van MVI bij de opdrachtgevende organisatie dan bij de inkopers. De doorvoering hiervan zal voornamelijk te merken zijn in eventuele MVI-prestatie graadmeters, waar organisaties zich aan zullen proberen te houden. Tevens streeft men naar een toevoeging van MVI aan de standaardprocedures (ook die buiten aanbesteden), zoals evaluatie en verantwoordingsprocessen.
B. Strategische inzet op sectoren
Het IC Delft en het IOC benoemen de sectoren bouw, ICT, textiel en catering als voorbeelden van sectoren waarbij de overheid het meeste positieve maatschappelijke invloed kan hebben. Zei dit met haar toonaangevendheid, of door de grootte van risico’s die er zijn in de waardeketen van de sector.
Daarnaast is er een opkomend fenomeen genaamd ‘buyer groups’, dit zijn groepen van inkopers en opdrachtgevers die, met ondersteuning van experts, toewerken naar innovatie, instrumentontwikkeling, marktverandering en uiteindelijk naar (ieder een eigen) inkoop. De kennis die hier wordt opgedaan kan terugkomen in procedures binnen jouw productgroep of inkoopcategorie.
C. Minder vrijblijvendheid
Het CE Delft legt de nadruk bij drie ontwikkelingen:
~ politieke agendering
~ bestuurlijke afspraken
~ verdere verplichtingen binnen de toepassing van MVI
Verdere conclusies benoemen het ontbreken van een verplicht stelsel aan actieplannen, meetbare doelen en monitoring op basis van een stevige overkoepelende strategie, als het grootste obstakel voor het slagen van MVI in Nederland.
Ook binnen Europa is dit geluid steeds sterker en bij Europese Circulaire Economie Actieplan wordt voor relevante sectoren gesproken over verplichte MVI-doelen en -criteria. Mogelijk komt er als gevolg van deze ontwikkelingen een ‘comply-or-explain’ principe dat zal worden toegepast op transparantere rapportage van beleidsbeslissingen.
D. Integrale aanpak van MVI
Er is een kreet naar een meer samenhangend geheel in de beleidsplannen rondom MVI. Daarnaast valt het op dat MVI thema’s in veel gevallen beslissingen compliceren omdat er niet altijd voor de belangen van meerdere thema’s gekozen kan worden binnen hetzelfde besluit. Ondersteuning moet ervoor zorgen dat deze afweging in de toekomst makkelijker te maken is voor een opdrachtgever en daarom beter wordt overwogen. De kans dat jouw combinatie van MVI maatregelen uit andere disciplines in jouw plannen belangrijker gaat worden in de toekomst is groot.
Actielijnen
Actielijn 1 – Bestuurlijke afspraken maken
Het deelnemen aan de bestuurlijke afspraken van het nieuwe MVI-manifest zal worden aangevuld met een ‘comply-or-explain’ benadering. Waarbij verantwoording afgelegd moet worden als bepaalde beleidsdoelen niet worden gehaald. Bestuurlijke koepels VNG, IPO en Unie van Waterschappen zullen dit ondersteunen.
Door middel van een op niveaus gebaseerd groeimodel zullen overheden worden gemotiveerd meetbare stappen te maken binnen hun kunnen. Voor beginnende inkopende organisaties begint dit bij het monitoren van hun CO2 uitstoot, grondstoffenstromen en risico van een waardeketen. Daarnaast worden zij gemotiveerd actief kansen voor social return en bevordering van diversiteit en inclusie te zoeken. Daarmee ontwikkeld men een actieplan dat zal moeten resulteren in veranderingen in managementafspraken, inkoop-formulieren en prestatie monitoring.
Actielijn 2 – Impact behalen in kansrijke sectoren
Eerder als kansrijk benoemde sectoren bouw, energie, transport, afvalverwerking, veiligheid, gezondheid, onderwijs, ICT, textiel en catering hebben meer potentie voor MVI, omdat de impact van de overheid simpelweg groter zal zijn.
Kennis opgedaan in de dertien opgezette ‘buyer groups’ kan via het expertisecentrum PIANOo vervolgens breed worden gedeeld. Alle buyer groups nemen vanaf 2020 ook de sociale thema’s mee. Sectoren waar momenteel buyer groups voor in het leven geroepen zijn:
~ polymeren bij afvalwaterzuiveringen,
~ nieuwbouw van scholen,
~ renovatie van woningcorporatie woningen,
~ ICT-hardware en datacenters,
~ textiel,
~ bouwmaterialen,
~ houtbouw/houtrenovatie,
~ nieuwbouw woningen,
~ zero emissie bouwmaterieel,
~ mobiliteit,
~ CO2-arm beton,
~ duurzame wegverharding,
~ bebording.
Deelnemers doen zelf actief pilots, maken een gezamenlijke marktstrategie, houden onderling marktconsultaties en delen de leerervaringen. Samen ontwikkelden zij een brede basis aan kennis en instrumenten.
Afstemming internationale inzet
Steeds meer strategische inkoopbeleid wordt op Europees of internationaal niveau bepaald. Denk aan criteria, normstelling, ecolabels en verankering in regelgeving, maar ook aan de kaders in de nieuwe Europese Green Deal, de Sustainable Development Goals en OESO-richtlijnen.
De komende tijd is nadere aanscherping en uitbreiding van de ISO 20400 norm te verwachten. Deze zal kaders bevatten voor diversiteit en inclusie, met ruimte voor sociale doelen zoals emancipatie, antidiscriminatie en het bestrijden van werkloosheid van jongeren, ouderen en mensen met een migratie-achtergrond.
Europese adviesgroepen zullen om de onderlinge effectiviteit te vergroten, nauwer betrokken worden richting de opzet van een integrale internationale MVI-strategie.
Actielijn 3 – Maatschappelijk verantwoord opdrachtgeverschap aanjagen
Er zal meer verantwoordelijkheid komen bij budgethouders, opdrachtgevers, juristen, duurzaamheids-coördinatoren en financieel medewerkers. Deze worden gestimuleerd om binnen hun beleid agendasetting, bewustwording en het actief uitdragen van goede praktijkvoorbeelden mee te nemen.
Verbeteren financiering MVI
Vaak is niet het inkoopbudget, maar de complexiteit en onzekere uitkomsten wat wijdgedragen toepassing van MVI tegenhoudt. Dit zal de komende tijd extra aandacht krijgen.
Verbeteren contractmanagement en audits
Het RIVM concludeert in de CE-monitor dat contractmanagement een zeer invloedrijke factor is in het al dan niet maken van impact. MVI komt slechts marginaal in contractmanagement terug, waardoor MVI-doelen niet nageleefd worden. De oprichting van een ‘community of practice’ moet gebrekkige kennis ondersteunen.
Actielijn 4 – Ondersteuning
Voornamelijk ondersteuning bij de toepassing van MVI en op opbouw van kennis zijn de hoofddoelen binnen ondersteuning.
PIANOo wordt uitgebreid met aandacht voor opdrachtgevers. De MVI-criteriatool wordt uitgebreid om ook relatief nieuwe thema’s als circulair inkopen, social return en ISV op te nemen. De komende jaren wordt deze stapsgewijs verder uitgebouwd bij grotere herzieningen van productgroepen.
Bijeenkomsten en kennisdeling binnen netwerken en diverse opleiding in MVI zijn samen met de jaarlijkse ‘circular inkoopacademy’ en ‘ISV academy’ de initiatieven die de overheid ontwikkeld om opdrachtgevers te voorzien van extra kennis. Daarnaast zijn hogescholen en universiteiten actief op het gebied van het onderwerp MVI en publieke inkoop.
Actielijn 5 – Communicatie
Ook hier krijgt de opdrachtgever meer prioriteit. Zowel via het expertisecentrum, als door de rest van de communicatiestrategie en netwerken zoals de buyer groups en best practice communities zal de aandacht voor gehele organisaties prominenter worden.
MVI en bijeenkomsten
Menig inkoper mengt zich in de MVI congressen die jaarlijks ca. 300 bezoekers trekken (mits gevrijwaard van pandemieën). Desondanks is de inzet om een breder publiek, waaronder ook opdrachtgevers, juristen, contractmanagers en bestuurders te bereiken met het aansluiten bij andere congressen op aanpalende onderwerpen.
In de evaluatie door CE Delft is bijvoorbeeld gevraagd om meer regionale bijeenkomsten te organiseren waar het beleid wordt vertaald naar de inkooppraktijk. Zo kan er ook meer aandacht besteed worden aan complexere MVI-thema’s als ISV of circulair inkopen.
Actielijn 6 – Monitoring
Jaarlijkse monitoring en rapportage is nodig in het kader van de bestuurlijke afspraken, zowel voor de eigen politieke lijn en publicaties, als aan het Rijk. De rapportages worden jaarlijks samengevat en gepresenteerd om de Kamer inzicht te geven in de voortgang van MVI.
Regie op monitoring
Effectmonitoring is kennisintensief en aangezien veel kennis alleen op landelijk niveau aanwezig is bij RIVM en PBL, moet er gezocht worden naar een goede lokale aanpak. Het Rijk zal hierin een regisserende rol innemen, maar veel aan lokale partijen overlaten. Als koploper met betrekking tot MVI zal Nederland ook zijn invloed proberen uit te oefenen voor de ontwikkeling van effectmonitoring in de rest van Europa.
MVI Zelfevaluatietool
Het Manifest MVI geeft invulling aan een Kamermotie om te komen tot een benchmark. Toepassing van de MVI-ZET is verplicht voor Manifest-partijen, hoewel daar niet streng toe wordt aangezet. De MVI-ZET ook verplicht voor alle rijkspartijen voor verantwoording van BZK aan de Kamer in het kader van de Inkoopstrategie Rijksoverheid ‘Inkopen met Impact’.
De tool is pas in 2018 uitgerold en is nog niet compleet ingeleid, ook omdat opdrachtgevers en bestuurders nog niet om de uitkomsten vragen. De intentie van de overheid is om de tool te koppelen aan de nieuwe bestuurlijke afspraken, mits de andere overheden de tool breder willen gaan gebruiken.
Effectmonitoring RIVM
De effectmonitor brengt op landelijke schaal in beeld wat het effect is van MVI door overheden te beoordelen op milieu, klimaat, circulariteit en de sociale thema’s, voor zover data beschikbaar is. De monitor volgt zestien relevante productgroepen:
ICT (nieuw), Elektriciteit, Zonnepanelen, Gas, Grondwerken (nieuw), Wegen (nieuw), Openbare verlichting (nieuw), Bedrijfskleding, Catering (nieuw), Kantoormeubilair (nieuw), Nieuwbouw kantoren (nieuw) Renovatie kantoren (nieuw) Dienstreizen, Contractvervoer, Transportdiensten, Dienstauto’s.
De historische kennisbasis die wordt opgebouwd helpt daarnaast ontwikkeling op zowel landelijk als lokaal niveau, door naast de monitoring en ontwikkeling voor suggesties zelf helder te maken welke basisinformatie bij inkoop nodig is vanuit bedrijven om effecten in beeld te kunnen brengen.
Actielijn 7 – Governance
In de volgende fase van het MVI-beleid staat snelle opschaling centraal. Nieuwe richtinggevende bestuurlijke afspraken vragen om een sterkere betrokkenheid binnen governance op drie niveaus:
~ bestuurlijk/politiek
~ opdrachtgever
~ uitvoering
Er wordt daarbij gekeken naar het betrekken van maatschappelijke organisaties, uitvoerende organisaties en de wetenschap. Er zal een structurele terugkoppeling georganiseerd worden tussen uitvoeringsorganisaties zoals Rijkswaterstaat en het Rijksvastgoedbedrijf. Ook de diverse hoogleraren die zich bezighouden met inkoop zullen worden betrokken om de laatste stand der kennis te betrekken in beleidsontwikkeling.
Belangrijke take-aways voor de inkoper
De algemene boodschap van het Het Nationaal Plan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen is duidelijk; beter benutten van de inkoopkracht van de overheid om te groeien op onderwerpen die de maatschappij verder brengen. Nederland wil graag voorloper zijn en heeft gekozen voor drie hoofdlijnen: snelheid van duurzame transities, inschakeling van kwetsbare groepen en stimulatie van innovatie. Dit zullen dan ook de voornaamste ontwikkelingspunten op de agenda zijn de komende jaren.
Een goede inschrijver zal er voor zorgen dat ze door dergelijke ontwikkelingen niet worden verrast als ze eenmaal aan de schrijftafel plaatsnemen. Met name in het geval dat je te maken hebt met een partij die zich verder heeft gericht op MVI en ook het Manifest MVI heeft getekend, doe je er goed aan om je aanbod te ontwikkelen op het gebied van:
~ Innovatieve vormgeving,
~ circulaire economie,
~ tegengaan van klimaatverandering,
~ kansengelijkheid,
~ aanpak van misstanden omtrent arbeidsomstandigheden, mensenrechten en milieu in internationale waardeketens.
Inkopende organisaties hebben als gedeelte van hun deelname aan het manifest de verplichting een openbare publicatie te doen van hun plan om MVI beter aan te pakken. Deze kun je naast jouw aanbod leggen en zo zorgen dat ze aansluiten.
Daarnaast is het voor partijen in veel gevallen gecompliceerd om aanbod te vinden dat relevante componenten heeft voor verschillende MVI-onderdelen (het aanbod is bijvoorbeeld vooruitstrevend in circulaire economie, maar kent geen oplossing voor kansengelijkheid), iets wat zich aan de kant van de overheid zal ontwikkelen in de vorm van best-practice advies in situaties waar dit zich voordoet. Als inschrijver kun je investeren in het aanbieden van verschillende MVI onderwerpen in een aanbod, om het zo makkelijker te maken voor de aanbestedende dienst.
Huidige staat MVI
Uit je ervaring als inschrijver zul je de zorgen van de overheid over de impact van MVI herkennen. Ondanks dat er genoeg initiatieven in het leven zijn geroepen met betrekking tot MVI op internationaal en nationaal vlak, zijn deze initiatieven nog niet toereikend of doortastend genoeg voor de verbetering die is vereist om bijvoorbeeld de Europese Sustainable Development Goals te behalen.
De laatste tijd is er echter meer aandacht voor het aanpassen van de toepassing van MVI. Hierbij zal er meer afdwingbare basis worden ontwikkeld met politieke agendering, bestuurlijke afspraken en daadwerkelijke verplichtingen omtrent de toepassing van MVI. Een ontwikkeling die je hierin op de voet kunt volgen is de publicatie van de Omgevingswet 2022, die 1 oktober 2022 of 1 januari 2023 zijn intrede zal doen. Deze wet bundelt wet- en regelgeving over bouw, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. Daarnaast is er nog maar één loket (omgevingsloket.nl) voor alles omtrent omgevingsmanagement.
Voor MVI relevante sectoren
Als jouw bedrijf deel uitmaakt van een sector (bouw, energie, transport, afvalverwerking, veiligheid, gezondheid, onderwijs, ICT, textiel en catering) waar de overheid toonaangevend in is, zul je meer gemerkt hebben van de opmars van MVI. Momenteel ontwikkeld de overheid MVI met behulp van 13 buyer groups, specifiek in de als kansrijk beschouwde sectoren. In deze buyer groups doen deelnemers actief pilots, houdt men onderling marktconsultaties en wordt een strategie ontwikkeld voor de vordering van de markt als geheel.
Het idee is dat deze gedeelde ervaringen en ontwikkelde instrumenten breed gedeeld worden, om zowel sectorspecifiek te ontwikkelen, als met inspiratie uit buyer groups uit andere sectoren. Waar mogelijkheid is, heeft het altijd waarde om je als bedrijf te mengen in deze buyer groups om zo dicht bij het vuur te zitten in jouw sector.
Prijs
Hoe graag de maatschappij dit ook anders wil zien, de prijs is bij driekwart van alle overheidsinkopen nog steeds leidend, MVI is simpelweg nog niet invloedrijk genoeg om daar iets aan te doen.
Contractmanagement
Gebrek aan aandacht voor en kennis van contractmanagement zorgt dat er de komende tijd meer ondersteuning geboden zal worden op dit facet van inkoop. In het specifiek zal de overheid zich richten op de monitoring van MVI gerelateerde criteria en de naleving hiervan binnen uiteindelijke contracten en opdracht afwikkeling.
Opdrachtgever
De algemene consensus omtrent MVI is dat er meer focus gelegd moet worden op de opdrachtgever dan de organisatie. Dit zal zijn weerga in eerste instantie kennen in de ondersteuning van kennisontwikkeling rondom MVI in inkopende organisaties. Daarnaast komt dit terug in de vorm MVI-prestatie graadmeters per organisatieniveau die binnen inkopende organisaties zullen ontstaan. Hierin zal groei meetbaar en realistisch worden geregisseerd door de overheid. Dit geldt ook voor niet aanbestedingsprocessen zoals evaluatie en verantwoording. Het idee is om hier een ‘comply-or-explain’ regeling aan te verbinden, waarbij er verantwoording afgelegd moet worden als er niet voor MVI is gekozen.